Dit beschrijft de zintuigelijke waarneming zoals de adequaatheid van zien, ruiken, proeven en voelen ( en eventuele compensatiemechanismen en prothesen).
Ook de cognitieve functies behoren hiertoe o.a. waarnemen, informatie verwerven, denken en problemen oplossen. Taalvermogen, geheugen, beoordelingsvermogen en besluitvorming behoren hiertoe.
Ook de pijnzin en omgaan met pijn vallen onder dit patroon.