Het beschrijft de uitscheidingsfunctie van darmen, blaas en huid.
Inbegrepen zijn ook de subjectief beleefde regelmaat (frequentie) van de uitscheiding, eventueel het gebruik van laxativa of andere middelen om de uitscheiding op te wekken en eventuele veranderingen of problemen wat tijd, wijze, kwaliteit of kwantiteit van de uitscheiding betreft. Ook eventuele hulpmiddelen (katheter, plaswekker, stoma- artikelen,...) vallen onder het uitscheidingspatroon.